• Home
  • Over de handreikingen

Over de Handreikingen



Op deze website vind je een handreiking voor het geven van jouw vak in het christelijk voortgezet onderwijs. Deze biedt het nodige om als docent sneller en makkelijker delen uit je vak te kunnen geven vanuit een christelijk perspectief, waarbij dat perspectief op een organische manier in ‘gewone’ vaklessen gevlochten is. De handreiking richt zich voornamelijk op de eerste jaren van het voortgezet onderwijs.
Eerst volgt de doelstelling van de handreiking (1.1), dan meer over hoe we tegen het vak aankijken (1.2, vakconcept), dan een korte uitleg van de didactische diamant met zeven ontwerpprincipes (1.3), en als laatste in dit hoofdstuk de opzet van de handreiking en hoe je er mee zou kunnen werken (1.4). Er zullen lezers zijn die dit allemaal overslaan en gelijk naar een van de thema’s gaan die daarna volgen. Wellicht helpt het je dan om later nog eens terug te bladeren naar dit overkoepelende hoofdstuk.

1.
Doelstelling

Deze handreiking heeft verschillende doelstellingen, die alle te maken hebben met het geven van lessen in het voortgezet onderwijs waar een christelijk perspectief in herkenbaar is. Uiteindelijk gaat het ons erom dat leerlingen op een christelijke, niet-seculiere manier gevormd worden door en in de lessen. De doelstellingen zijn dus positief. Al is het ook zo dat ze haaks zullen staan op de seculiere en ogenschijnlijk neutrale wereldbeschouwing die in onze tijd dominant is. Dit is wat we graag willen:
-
We willen leraren achtergrondinformatie en links en literatuur geven bij vakinhoudelijke thema’s;
-
We willen gesprekspunten aanreiken voor de vakgroep;
-
We willen leraren voorbeelden geven van lessen;
-
We willen leraren stimuleren zelf met nieuwe ideeën te komen en die ons te sturen.

We gaan er bij deze handreiking vanuit dat een christelijke docent zijn vak zal willen geven op een manier die past bij het christelijk geloof, die past bij goed leraarschap en die past bij de aard van het vakgebied. Met passend bedoelen we onder meer het volgende:
Het geloof, de boodschap van de Bijbel (zoals weergegeven in de 12 artikelen en bijvoorbeeld ook in artikel
2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis) functioneert en klinkt mee. Soms heel expliciet, altijd impliciet. Dualisme, dat we gewone lessen hebben en daarnaast nog iets met de Bijbel doen dat er los van staat, moet voorkomen worden.
Er is geen sprake van een opgelegd, kunstmatig iets, een sausje. Geen ‘icing on the cake’, maar gist,
zuurdesem. Leerlingen kunnen zodoende iets meemaken van de integrale claim en zeggingskracht van het christelijk geloof, ook in de vaklessen.
Met ‘christelijk perspectief’ bedoelen we niet dat je als docent begint met te vertellen hoe volgens jou de
wereld in elkaar zit of zou moeten zitten. Exploratie en verkenning is nodig. We ‘teach for commitment and critical openness’ (Thiessen, 1993). Tegelijk is het pedagogisch onjuist om leerlingen bij het afsluiten van een les of lessenserie ‘het bos in te sturen’. Ze mogen van een christelijke docent een richting verwachten die gebaseerd is op het luisteren naar Gods Woord.
We gebruiken de didactische diamant als instrument om het christelijk perspectief in de lessen te vlechten.
Deze is te vinden op de site van ‘Driestar educatief’, de site www.handreikingenVO.nl en kort beschreven in hoofdstuk 1.3
Docenten hebben een druk en veeleisend beroep. De handreiking moet passen bij hun situatie. Als je vele
lessen per week geeft, dan is het ook voor een ervaren docent een hele opgave om binnen een redelijke tijd (nieuwe) lessen voor te bereiden en om je te blijven verdiepen in (o.a.) het vak. Deze handreiking moet bruikbaar zijn naast lesboeken (die regelmatig veranderen) en handvatten bieden om een les die je toch zou geven net zo te veranderen dat deze beter.
‘Passend’ betekent dat we gebruik maken van inzichten van anderen die goed bruikbaar zijn. In het
vakconcept werken we dat verder uit.
Passend betekent ook dat de lesvoorbeelden die we gemaakt hebben daadwerkelijk haalbaar zijn. Ze zijn
uitgeprobeerd. Ze kunnen ook bij elk lesboek (‘methode’) gebruikt worden. De lesvoorbeelden zijn dus meestal niet ‘extra’, maar geven aan hoe een docent een bepaald hoofdstuk of paragraaf kan aanvliegen.
Passend betekent ook dat we gekozen hebben voor lessen in het tweedegraadsgebied: Het vmbo en de
onderbouw havo/vwo (klas 1 t/m 3). Hier zitten de meeste leerlingen, daar vormen we hen wat dit betreft voor het leven als ze dit vak niet als examenvak kiezen, en voor de bovenbouw van H/V is meestal al meer materiaal beschikbaar.

Ten slotte nog twee punten: Over hoe geloof en onderwijs zich tot elkaar verhouden is veel geschreven. Dat gaan we hier niet herhalen, zie daarvoor de beknopte lijst van referenties en de literatuur die in die bronnen weer genoemd wordt.
Het tweede punt betreft burgerschap en vorming. Aan de uitwerking van de thema’s is te zien dat lessen een expliciet vormend karakter kunnen hebben. Tevens, dat christelijk burgerschap, met aspecten als pelgrimschap & vreemdelingschap én betrokkenheid op de wereld nu, op allerlei manieren in de lesvoorbeelden aanwezig is. Wat ons betreft een illustratie dat vaklessen bij uitstek geschikt zijn voor dit type overkoepelende issues.


2.
Opzet en gebruiksaanwijzing

De handreiking bestaat uit een algemeen gedeelte en uit acht uitgewerkte thema’s. Onder het algemene deel vallen het doel van de handreiking (1.1), het vakconcept (1.2; hoe denken wij over het geven van het vak in het voortgezet onderwijs vanuit christelijk perspectief), en een korte beschrijving van de didactische diamant (1.3; zeven principes voor het ontwerpen van lessen, waardoor deze passen in een christelijke visie op onderwijs).

De acht thema’s zijn elk op dezelfde wijze opgebouwd. Eerst iets over de opbouw en dan over de thema’s. De opbouw per thema is als volgt:
1.
Introductie van het thema. Een beknopte uitleg van inhoud en belang en de visie die we erop hebben en die
verbonden is met het overkoepelende vakconcept.
2.
Enkele kernnoties. Deze komen voort uit de introductie en ze zijn verbonden met het christelijk geloof. Het
gaat om noties die in de lessen over het betreffende thema door zouden moeten klinken. We omschrijven deze kernnoties kort. Waar van toepassing bespreken we expliciet hoe de didactische diamant helpt om deze noties of de in de introductie genoemde zaken in te bouwen in lessen.
3.
Gesprekspunten voor een vakgroepvergadering. Voor zover het bovenstaande al niet genoeg gespreksstof
zou opleveren, formuleren we enkele vragen of statements. Onze suggestie is om regelmatig één van deze gesprekspunten te agenderen voor de vakgroepvergaderingen en zo de gedachtevorming en uitwisseling van goede ideeën en lesvoorbeelden te bevorderen.
4.
Bij de meeste thema’s is een apart kopje ‘achtergrondinformatie’ opgenomen: enkele boeken, websites en
video’s, met een korte beschrijving wat je ervan kunt verwachten. We hebben zoveel mogelijk gekozen voor links waarvan we verwachten dat die lang beschikbaar zullen blijven.
5.
Daarna volgen enkele lesvoorbeelden, die downloadbaar zijn in Word en daarmee makkelijk bewerkbaar.
a.
In de kop staat voor welk soort klas deze vooral bedoeld is. Dat betreft (zoals in 1.1 aangegeven) vrijwel
altijd klassen in de onderbouw in de verschillende schooltpes: vmbo (bkgt), havo, vwo. Bijna altijd is de les met kleine aanpassingen geschikt te maken voor een ander niveau of jaarlaag.
b.
Dan volgt een omschrijving in enkele zinnen.
c.
Vervolgens een uitgebreider blok waar een docent goed aan kan aflezen wat de doelen zijn van les (of
korte lessenserie), de inhoud en het verloop, de werkvormen
Bij doelen hebben we meestal gekozen voor cognitieve en affectieve doelen. De inhoud, verloop en werkvormen varieren, al naar gelang de doelen en doelgroep. Het gesprek en het exploreren door leerlingen vinden we van belang. Wie de didactische diamant ernaast legt kan zien hoe de zeven ontwerpprincipes terug te vinden zijn. Qua lengte gaan we uit van lessen van 45 á 50 minuten, in overeenstemming met wat meestal gebruikelijk is. Soms vermelden we een periode van het jaar dat de les bijzonder passend is. Opmerkingen van docenten en leerlingen die de les gehad hebben, hebben we toegevoegd als er daadwerkelijk iets te melden is.
d.
Bij veel lessen is er ondersteunend materiaal, meestal in de vorm van een powerpoint presentatie. Dit is
afzonderlijk te downloaden en te bewerken.

De belangrijkste gebruiksaanwijzing is wellicht dat iedere docent alles kan downloaden en bewerken, zodat het past bij de eigen situatie en klas. De lesvoorbeelden zijn voldoende ver uitgewerkt om een goed beeld te hebben hoe de les verloopt. Tegelijk laten ze ruimte om er een eigen invulling aan te geven. Met (meestal) vrij kleine wijzigingen zijn lessen ook geschikt te maken voor een ander niveau of leerjaar.

3.
Colofon

Er is met een team van docenten twee jaar gewerkt aan iedere handreiking. We danken de colleges van bestuur en betrokken leidinggevenden voor het beschikbaar stellen van tijd en mankracht. Het gaat om de volgende organisaties:
Calvijn College
Driestar educatief
Driestar-Wartburg scholengroep
Gomarus Scholengemeenschap
Jacobus Fruytier Scholengemeenschap
Pieter Zandt Scholengemeenschap
Van Lodenstein College
De docenten hebben doorgaans in koppels gewerkt. Hoewel de opzet voor elk thema hetzelfde is, zijn er daarmee stijlverschillen zichtbaar. We hebben niet geprobeerd om die weg te werken.
Vanuit Driestar educatief waren betrokken:
dr. ir. P.M. (Piet) Murre
J.M. (Annemarie) Nobel MA
drs. H. (Henk) Vermeulen

Aan de handreiking Aardrijkskunde werkten mee:
Roel Berends
Arjan Broer
Stefan Bruinooge
Hans van den Dool
Tijmen Jongkees
Henk Slootweg
Aan de handreiking Duits werkten mee:
Jan van den Broek
Ron van Dijk
David Geuze
Lenneke Roggeveen
Lizanne van Stuijvenberg,
Manja Visser




Snel naar

Contact

Vragen? Neem contact op.
© 2024 Driestar Educatief  - Disclaimer - Website realisatie door Vanderperk Groep