Vakconcept Moderne Vreemde Talen


download het vakconcept

Inleiding
Gesproken taal is een vorm van communicatie met anderen en is dus relationeel van aard. Taal is direct verbonden met een kern van het menszijn en het geschapen zijn naar Gods beeld: God drukte Zich uit in taal en een van de eerste dingen die we in de Bijbel lezen is dat Hij sprak. In de intermenselijke relatie is gerichtheid op de naaste (de ander) cruciaal, terwijl je tegelijkertijd zelf voor die ander de ander bent. Hierin zit een aantal gedachten opgesloten die hieronder verder uitgewerkt worden met het oog op de taalvakken in het onderwijs: de moedertaal en moderne vreemde talen (MVT).
Toegespitst op een MVT zijn er aanvullende aspecten van belang, waaronder het gegeven dat een MVT (doorgaans) aangeleerd moet worden en dat de betreffende MVT een drager is van een specifieke cultuur. Dat heeft consequenties voor het onderwijs in de MVT. Hieronder duiden we enkele belangrijke aan, die samen richting (zouden moeten) geven aan de vormgeving van dat onderwijs.

Taal
Taal maakt het mogelijk om te interacteren met anderen. Omdat die ander je naaste is vraagt dat (Bijbels gezien) interesse in die ander, helderheid, het spreken van de waarheid, en dergelijke christelijke deugden. Iedere taal biedt daarvoor op zijn eigen manier de mogelijkheden. Eén van de doelen van taalonderwijs is dat leerlingen zich die deugden toe-eigenen en leren beoefenen in het talig omgaan met anderen.
Taal is ook een expressie van gedachten, brengt betekenissen over en geeft toegang tot de leefwereld van een ander. Taal is niet ‘leeg’, en puur instrumenteel, maar gaat ergens over, en dat is belangrijk. De ander kan zich laten leren kennen (van heel klein en praktisch in een losse ontmoeting, tot heel omvattend, diepgaand en langdurig) en ons verrassen, onze eigen wereld verrijken. Dit geldt ook andersom. De leefwereld die gedeeld wordt met taal (de gedeelde betekenissen) omvat mooie en moeilijke dingen, vreugden en verdriet, naast meer alledaagse inhouden. Taal geeft ons de mogelijkheid om dit alles met elkaar te delen.
Inzoomend op de taal zelf, horen er noties bij als schoonheid (klank, metrum, en dergelijke), structuur (syntactisch, lexicaal, vormaspecten en dergelijke), stijl, inhoud (dat wat gezegd wordt), register, enzovoorts. Als zodanig maken deze noties deel uit van de werkelijkheid Gods. Enige kennis daarvan kan, net als de eerdergenoemde aspecten, bijdragen aan de vorming van een leerling en verwondering oproepen en, naar wij hopen, uiteindelijk het verheerlijken van Gods Naam.
Taal kan op allerlei manieren bekeken worden: analytisch-abstract of meer gericht op gebruik, holistisch of in detail, receptief of productief, geschreven of gesproken, bedoelde en onbedoelde effecten op ontvangers, naar genre, enzovoorts. Afhankelijk van de doelgroep leerlingen die het betreft, en andere idealen en doelen die belangrijk zijn, kan hier een keuze uit gemaakt worden.

Moderne Vreemde Taal
We onderscheiden hier twee van de mogelijke aspecten, namelijk het leren kennen van de cultuur of culturen die aan de betreffende taal verbonden zijn en het verwerven van de taal en de rol van onderwijs daarin.
Er is meer dan de eigen taal en cultuur. Kennis nemen van een andere taal en cultuur helpt om ethnocentrisme te voorkomen. Talen zijn nooit 100% equivalent en culturen verschillen op veel dimensies. Onderwijs in een MVT opent gezichtspunten die anders verborgen blijven, en biedt daarvoor mogelijkheden die in moedertaalonderwijs minder of niet voorhanden zijn. Het vergroot het blikveld, geeft enig relativeringsvermogen en bevordert bescheidenheid. Hoe dit praktisch kan, en in hoeverre, is vanzelfsprekend mede afhankelijk van het taalniveau en de leeftijd van de leerlingen.
Bij het verwerven van een tweede taal op latere leeftijd (de situatie van onze leerlingen) en het onderwijs erin, is het van belang om inzichten die daarover bekend zijn toe te passen. Het voert te ver om dat hier uitgebreid te beschrijven. Zie voor overviews bijvoorbeeld Ferreira en Kaiser (2022), Lightbown en Spada (2021), Nation (2022), Richards en Rodgers (2014) en Ur (2012). Inhoudelijk noemen we hier slechts de ‘Schijf van Vijf’ van Westhoff (2004), Task-based Language learning & Teaching (bv. Nunan, 2004), focus op vocabulary (bv. Webb & Nation, 2017), en extensive reading (bv. Day & Bamford, 2002; Grabe & Stoller, 2019).  


MVT in het voortgezet onderwijs
Met enkele metaforen geven we aan wat bovenstaande betekent voor het geven van een MVT in het voortgezet onderwijs. (Met dank aan C. van der Wind-Ferreira, voor onze gezamenlijke brainstorm waar we deze metaforen bedachten.)

1.
Taal is een sleutel die ontsluit.
a.
Je deelt betekenis via een gezamenlijke (vreemde) taal (L1, L2).
b.
De taal ontsluit iets dat anders dicht blijft. Dit gaat van heel praktisch, nu, kortstondig (‘Wil je dat boek even
aangeven?’) tot transformatief.
c.
Bij ontsluiten geef je toegang tot jezelf. Je bemoedigt bijvoorbeeld, hebt contact (kaartje schrijven), stelt een
vraag, deelt een gedachte, een gevoel, een emotie.

2.
Taal is een spiegel. Kijken in de spiegel leidt tot beter verstaan van de wereld en de gesprekspartners
hebben daar baat bij.
a.
Je kunt je identificeren met de woorden van anderen.
b.
Iemand geeft woorden aan jouw gevoel, jouw denken.
c.
Iemand zet je aan het denken.

3.
Taal is een verrekijker, telescoop. Taal opent een wereld die groter is dan jezelf en soms letterlijk ver weg.
Kennis van een MVT verbreedt je horizon; de wereld is groter dan die van jouw moedertaal (L1). Je kunt met taal ook inzoomen. Inzoomen (de telescoop) kan onder meer op
a.
de concepten die ‘onder’ de woorden zitten (de referent), want er is andere taal, lexis en connotaties. Taal is
drager van deze concepten (een Engelse door ziet er vaak anders uit dan een Nederlandse deur).
b.
hoe we met elkaar omgaan en wat daar de vormen voor zijn (pragmatiek).
c.
de normen en patronen; kunnen herkennen hoe die in taal verpakt zitten (uitingen zijn niet neutraal).
d.
een morele code; bovenstaande leidt tot het (moeten) maken van keuzes.

4.
Taal is een bergschoen.
a.
Het verwerven van een MVT is als een pittige klim. Idioom en communicatieve vaardigheden verwerven is
moeilijk, vraagt hard werken, het zetten van de ene stap na de andere gedurende lange tijd.
b.
Gedurende de wandeling naar de volgende top heb je regelmatig een gevoel van slagen en succes (nodig).
Bij een bergwandeling is er op ieder plateau uitzicht wat je bereikt hebt. Tegelijk dient zich dan een volgende uitdaging aan om dichterbij de volgende top te komen.

Ten slotte
De didactische diamant maakt het mogelijk bovenstaande aspecten te verwerken in lessen.
Het vakconcept zoals hier geformuleerd laat zien dat burgerschap en vorming integraal passen bij het geven van een MVT.
Hoewel het kan lijken dat veel van wat hier staat alleen mogelijk is bij gevorderde leerlingen met een academische instelling, laten allerlei experimenten in klassen zien dat ook bij lage taalniveaus (A1, A2) in de onderbouw bij alle sectoren veel mogelijk is.


Referenties bij het vakconcept.
Day, R., & Bamford, J. (2002). Top ten principles for teaching extensive reading. Reading in a Foreign
Language. 14(2), pp. 136-141.
Ferreira, C. & Kaiser, K. (2022). Tweede- en vreemdetaalverwerwing. In W.A.M. Carstens, en T.J. van Dyk
(Eds.). Toegepaste taalkunde in Afrikaans. (pp. 219-239). Van Schaik.
Grabe, W., & Stoller, F. L. (2019). Teaching and researching reading. Routledge.
Lightbown, P. M., & Spada, N. (2021). How Languages Are Learned. Oxford university press.
Nation, I. S. P. (2022). Learning vocabulary in another language. Cambridge university press.
Nunan, D. (2004). Task-based language teaching. Cambridge university press.
Richards, J.C., & Rodgers, T.S. (2014). Approaches and Methods in Language Teaching. Cambridge University
Press.
Ur, P. (2012). A course in language teaching. Cambridge university press
Webb, S., & Nation, P. (2017). How vocabulary is learned. Oxford University Press.
Westhoff, G. J. (2004). The art of playing a pinball machine. Characteristics of effective SLA-tasks. Babylonia,
12(3), 58-62.

Thema’s
We hebben gekozen om zes thema’s uit te werken. Om tot deze thema’s te komen hebben we methodes bekeken, ons georiënteerd op materiaal van anderen (zoals van de SLO en buitenlandse bronnen), en hebben we docenten bevraagd van de betrokken scholen (zie onder 1.4.3). Hoewel bij ‘Duits in christelijk perspectief’ soms snel gedacht wordt aan thema’s die direct met de Bijbel te maken hebben, wordt uit het vakconcept al duidelijk dat het feitelijk het hele vak Duits (de Duitse taal, cultuur, landen en geschiedenis) betreft. We hebben er dus bewust voor gekozen om veel breder te kijken. De thema’s zijn als volgt:
1.
Relaties
2.
Vrije tijd
3.
Wonen
4.
Dieren
5.
Eten
6.
Christelijke feestdagen

De thema’s hebben hier en daar raakvlakken met elkaar. De volgorde is mede daarom ook niet speciaal logisch of chronologisch gekozen. Het kan verstandig zijn dat gebruikers ook een verwant thema raadplegen.

Snel naar

Contact

Vragen? Neem contact op.
© 2024 Driestar Educatief  - Disclaimer - Website realisatie door Vanderperk Groep